DE DAPPERSTE VOICES OF HOLLAND: Waarom deze vrouwen het topje van de ijsberg zijn


Onderstaande long-read is geschreven door criminoloog Sarah Achabar.



* Trigger warning: dit artikel gaat over de recente aflevering van BOOS over het seksueel overschrijdend gedrag bij The Voice en seksueel geweld.

Net zoals een groot deel van Nederland heb ik, Sarah Achahbar, op 20 januari vol frustratie en afschuw naar de uitzending van BOOS over het grensoverschrijdend gedrag bij The Voice of Holland (TVoH) gekeken. De angstcultuur bij TVoH en het seksueel grensoverschrijdend gedrag van Jeroen Rietbergen, Marco Borsato, Ali-B en nog een regisseur leek velen Nederlanders te shockeren. Hoewel deze misstanden bij The Voice uitzonderlijk lijken in het oog van het publiek, is het alles behalve dat. Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat grensoverschrijdend seksueel gedrag een diepgeworteld probleem is in de Nederlandse maatschappij: 53% van de vrouwen en 19% van de mannen is ooit lastiggevallen en 22% van de vrouwen is minimaal één keer slachtoffer geworden van seksueel geweld.

Willy van Berlo (RUTGERS, expertisecentrum seksualiteit) gaf in de uitzending van BOOS aan dat seksueel grensoverschrijdend gedrag een breed spectrum is, waarvan de gedragingen kunnen variëren tussen bijvoorbeeld een ongepaste opmerking en verkrachting. Daaropvolgend kan dit soort gedrag zowel offline als online plaatsvinden (lees ook eens Sarah’s artikel over online shaming). Grensoverschrijdend gedrag is dus zodanig genormaliseerd in onze maatschappij dat misstanden zoals bij TVoH men shockeert. Dit laat zien dat slachtoffers die zich uitspreken de dapperste voices van Nederland zijn.  

Waarom de misstanden bij TVoH niet shockerend horen te zijn

Zonder het seksueel overschrijdend gedrag en angstcultuur bij TVoH te bagatelliseren, is het belangrijk om te benoemen dat het geen shockerend nieuws hoort te zijn. Seksueel overschrijdend gedrag is een fenomeen dat al eeuwenlang in samenlevingen plaatsvindt en vooral vrouwen beschouwen dit gedrag als een sociale praktijk waar ze mee te maken hebben in hun omgang met mannen in het openbaar en op de werkvloer. Al voor en na de #MeToo / #ZegHet beweging trekken slachtoffers van seksueel overschrijdend gedrag aan de bel. Zo werd dirigent Pieter Jan Leusink beschuldigd van seksueel overschrijdend gedrag door vier vrouwelijke collega’s in 2018. Ook kwamen in 2019 medewerkers en studenten naar voren over een hoogleraar op de Universiteit van Amsterdam over seksueels overschrijdend gedrag. De hoogleraar stond bekend als ‘een acht voor een nacht’.

Dit zijn enkel de voorbeelden van dappere slachtoffers die wel aan de bel hebben getrokken, maar helaas bestaat er een grote groep slachtoffers die niet naar voren komt. Binnen de criminologie noemen we dit de dark number en het staat voor de niet-geregistreerde criminaliteit. In 2020 heb ik onderzoek gedaan naar seksueel overschrijdend gedrag bij de Erasmus Universiteit Rotterdam en de bevindingen waren helaas soortgelijk als bij TVoH. De meeste respondenten ervoeren seksueel overschrijdend gedrag in verschillende vormen door mannelijke medestudenten, maar er waren ook respondenten die door professoren / docenten lastig gevallen werden.

Het verbindende element tussen deze ervaringen en die van de slachtoffers van TVoH is de machtsverhouding tussen slachtoffers en plegers. De machtsstructuur speelt een grote rol bij het plaatsvinden het seksueel overschrijdend gedrag, omdat deelnemers kwetsbaar zijn voor het wangedrag van The Voice coaches, bandleider en overige werknemers in een machtspositie. Een van de redenen waarom dit wangedrag kan plaatsvinden heeft te maken met de volgende factoren: het slachtoffer heeft minder macht, angstcultuur en een gebrek aan bestraffing van plegers. Slachtoffers hebben zich lang uitgesproken over de noodzaak voor verandering van deze patriarchische structuren. Eén tweet, #MeToo, leek eindelijk de broodnodige aandacht te schenken aan het aanpakken van seksuele overschrijdend gedrag in de gehele maatschappij. Echter, de val van het geïnstitutionaliseerd machtsmisbruik van het patriarchaat lijkt tot op heden nog een utopie en zal dit ook blijven zolang er geen structurele verandering zal plaatsvinden (lees ook eens het artikel van LILITH: https://www.lilithmag.nl/blog/wanneer-houden-we-op-met-geschokt-zijn-over-seksueel-onrecht-en-doen-we-iets). De uitspraken van John de Mol in de aflevering van BOOS karakteriseren de noodzaak voor een nationale gecoördineerde aanpak. 

Laten we de vicieuze cirkel doorbreken

De niet-empathische uitspraken van John de Mol laten goed zien dat we ons in een vicieuze cirkel bevinden van geshockeerde verontwaardiging en een gebrek aan structurele cultuurverandering. Zo laat hij in zijn reactie op Tim Hofman weten dat hij zich er niet van bewust was ‘’dat er zoveel verhalen over grensoverschrijdend gedrag bij TVoH zo lang onbekend zijn gebleven.’’ Hij lijkt zijn verontwaardiging vooral te koppelen aan het idee ‘’dat er alle mogelijkheid is geweest om aan de bel te trekken.’’ Vervolgens benoemt hij dat het ‘’een breder probleem is dat vrouwen niet snel melding maken van dit soort zaken dan alleen bij de Voice” en verklaart in één adem dat  “vrouwen kennelijk een soort schaamte hebben. Ik weet niet wat het is.’’ Zijn verontwaardiging bij het horen van deze verhalen is helaas niet verbazingwekkend gezien het feit dat slachtoffers en werknemers hadden aangegeven dat de angstcultuur enorm was. Wat helaas wel zorgwekkend is, en tegelijkertijd de structurele cultuurverandering de kop indrukt, is zijn reactie op het wangedrag van Jeroen Rietbergen. Het is namelijk moeilijk te geloven voor werknemers en deelnemers dat John de Mol een zerotolerancebeleid hanteerde als hij Jeroen Rietbergen een tweede kans heeft gegeven. Niet alleen is dit een klap in het gezicht van het slachtoffer, maar daarnaast zendt deze waarschuwing een signaal uit naar andere slachtoffers dat plegers niet bestraft zullen worden.

Deze misogynistische aanpak vanuit John de Mol bevestigt indirect dat vrouwen moeten accepteren dat seksueel overschrijdend gedrag een deel is van de bedrijfscultuur. Het is dan ook geweldig om te zien dat de vrouwen van Talpa het volgende hebben laten weten aan John de Mol: ‘’beste John, het ligt niet aan de vrouwen. Groet, de vrouwen uit je bedrijf.’’

De paginagrote advertentie in het AD – Afbeelding videostill van BOOS

Het is namelijk cruciaal dat John zich wel aangesproken voelt voor de misstanden bij TVoH, want onderzoek heeft uitgewezen dat de reactie van een leider op seksueel overschrijdend gedrag een belangrijk effect heeft op toekomstige gevallen. Het is vaker bewezen dat leiders die daadwerkelijk een zerotolerancebeleid hanteren, bijdragen aan een afname in seksueel overschrijdend gedrag. Het draagt niet enkel bij aan een afname in overschrijdend gedrag, maar ook aan een bedrijfscultuur waar iedereen zich veilig voelt.

Seksueel overschrijdend gedrag is namelijk niet alleen een probleem voor de slachtoffers. Omstanders kunnen ook negatieve effecten ervaren bij het zien van dergelijke misstanden. Getuigen die zien of horen dat iemand is lastig gevallen kunnen ook bang zijn dat zij in de toekomst slachtoffer zullen worden van overschrijdend gedrag. Voor de mannen die zeggen: ‘’maar ik heb nooit een vrouw lastig gevallen’’. Misschien heb je nooit een vrouw lastiggevallen, maar je profiteert wel van het systeem dat het toelaat. Daarom is het belangrijk dat ook mannen die niet overschrijdend gedrag vertonen onderdeel worden van de oplossing (kijk eens op https://www.emancipator.nl/mannenemancipatie/). 

Victim blaming en schuldgevoel

Naast de verwachting dat slachtoffers vol onmacht moeten toezien hoe de plegers er heelhuids vanaf komen, krijgen zij ook vaak te maken met de kritische blik van de maatschappij. Slachtoffers krijgen namelijk te maken met victim blaming, wat in het kort inhoudt dat het slachtoffer gelooft of door buitenstaanders wordt doen geloven dat het misbruik door henzelf is veroorzaakt. De reacties op de slachtoffers die naar voren zijn gekomen bij het programma van Beau illustreren dit goed. Vragen zoals ‘’waarom komen ze er nu pas mee?’’ of opmerkingen zoals ‘’ze doen het voor het geld’’ krijgen ze naar hun hoofd geslingerd. Het is ook kenmerkend dat slachtoffers zich verantwoordelijk voelen voor het misbruik wat hen overkomen is.

Gedachten zoals ‘’ik had iets moeten doen’’ komen achteraf en soms versterken omstanders deze gedachten ook. Het is dan ook moedig dat de slachtoffers, weliswaar sommigen anoniem, ondanks de victim blaming alsnog naar voren zijn gekomen. Helaas is er een grote groep die niet aan de bel trekt of zal trekken, wat vanuit mijn onderzoek heeft dit verschillende redenen. Een van de belangrijkste redenen is dat de meest voorkomende vorm van seksueel overschrijdend gedrag dubbelzinnig wordt opgevat en daardoor lastig blijkt voor slachtoffers en leidinggevenden om aan te pakken. Een voorbeeld hiervan is dat het kan gaan om een seksueel getint grapje, wat sommigen als een grap en anderen als grensoverschrijdend gedrag opvatten. Het tweeslachtige karakter doet zowel leidinggevenden als slachtoffers twijfelen of het gemeld / aangepakt moet worden. Nog een cruciale reden is het feit dat veel slachtoffers het wangedrag zelf bagatelliseren. Dit wordt binnen de criminologie aangeduid als neutralisatietechnieken, wat in het kort inhoudt dat men hun eigen gedrag of dat van een ander goedpraat.

De respondenten uit mijn onderzoek gaven aan dat ze het overschrijdend gedrag niet zodanig ernstig vonden om er een melding van te maken, dat ze hun studie stopten om van het probleem af te komen of dat ze bang waren voor represailles of de reputatie van de aanvaller. Een volgende reden is dat de meeste slachtoffers niet weten dat er een mogelijkheid bestaat om met een vertrouwenspersoon te praten zonder dat er een formele klacht ingediend hoeft te worden. Daaropvolgend, waren mijn respondenten ontmoedigd om naar voren te komen vanwege het gebrek aan bestraffing bij andere zaken. Door het gebrek aan gevolgen voor de pleger vanwege een angstcultuur en victim blaming blijft het wangedrag van (voornamelijk) mannen een onderdeel van bedrijfsculturen. Alleen door een structurele verandering zal de cirkel van victim blaming en het verantwoordelijk houden van slachtoffers doorbroken worden.

Onvrijwillige seks is verkrachting

De vraag die een ex-kandidate stelde tijdens het interview met Tim Hofman ontging niemand: ‘’mag… kan ik verkracht zeggen?’’. Het is niet gek dat de ex-kandidate twijfelde om deze term te gebruiken, want tot op heden wordt onvrijwillige seks niet als verkrachting gezien in het oog van de rechtsstaat. Volgens de wet vindt verkrachting plaats ‘’wanneer iemand gedwongen wordt tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam door middel van (bedreiging met) geweld of door middel van (bedreiging met) een andere feitelijkheid.’’

De praktijk laat echter zien dat onvrijwillige seks, zoals gebeurd is bij de ex-kandidate, een veelvoorkomende vorm van verkrachting is. Slachtoffers zijn vaak niet in staat op fysiek of verbaal te reageren tegen verkrachting, wat ook wel het ‘bevriezingseffect’ wordt genoemd.

Sinds 2019 heeft voormalig minister van Justitie Ferd Grapperhaus een wetsvoorstel gedaan om de drempel qua bestraffing van verkrachting te verlagen. Het is nodig dat alle vormen van onvrijwillige seks worden opgenomen in onze rechtsstaat, zodat de term seks weer een positieve connotatie kan hebben. Want laten we duidelijk zijn: het is geen seks, het is verkrachting. De wet zou pas in 2024 eventueel doorgevoerd worden, maar vanwege de huidige ontwikkelingen roept Amnesty iedereen om hun petitie te ondertekenen. Amnesty roept de Raad van State op om het wetsvoorstel hoger op hun agenda te zetten, zodat slachtoffers niet langer dan nodig in de kou hoeven te staan. We leven misschien in een rechtsstaat waarin rechters bepalen wat de bestraffing zal zijn van misdaden, maar het volk bepaalt samen wat wij categoriseren als misdaden. Wellicht dat de nieuwe en vrouwelijke minister van Justitie Dilan Yesilgöz deze geluiden vanuit de samenleving serieus neemt, want dan kunnen we samen een structurele verandering teweeg brengen. 

‘Modelburger’ Ali-B

Naast de structurele verandering die nodig is om seksueel overschrijdend gedrag te voorkomen, is het niet onbelangrijk om aandacht te schenken aan het taalgebruik in de berichtgeving rondom Ali-B. Zo schreef Wilfred Takken het volgende artikel voor het NRC: modelburger’ Ali B valt van voetstuk na uitzending BOOS’. Hij leidt zijn artikel in met het benoemen van de beschuldigingen van het seksueel misbruik en dat dit pijnlijk is gezien Ali-B jarenlang op handen werd gedragen als onder andere een ‘welbespraakte’ bestrijden van vooroordelen.

Het gebruik van de termen ‘welbespraakt’ en ‘modelburger’ voor bruine en zwarte mensen is, bedoeld of onbedoeld, gestoeld in racisme en vooroordelen. Los van het feit dat meerdere Nederlanders in hoge of bekende posities een voorbeeldfunctie bekleden, bevestigt dit taalgebruik dat mensen van kleur tegelijkertijd als een voorbeeld voor hun etniciteit dienen. Zo wordt Ali-B beschreven als een soort voorbeeld-Marokkaan of ‘knuffelmarokkaan’. Het jarenlange succes van Ali-B werd als een impliciet bewijs gezien dat er genoeg Marokkaans-Nederlandse jongens zijn die wél deugen. Berichtgeving zoals deze doet me denken aan de uitspraak ‘zie je wel, ze deugen allemaal niet’, want het koppelt zijn nieuwe negatieve imago indirect aan het imago van van alle Marokkaanse-Nederlanders. Daarnaast worden de bovengenoemde termen zelden gebruikt voor de witte Nederlanders, want (on)bewust acht men het normaal als zij welgebekt of een modelburger zijn. Desalniettemin, doet deze kanttekening niets af aan de ernst van de beschuldigingen. 

Wat moet er gebeuren om seksueel overschrijdend gedrag te voorkomen?

Er zijn verschillende vormen van aanpak die de overheid en bedrijven kunnen inzetten ter preventie van seksueel overschrijdend gedrag. De eerste en meest cliché vorm is dat de overheid meer geld moet investeren in projecten ter preventie, waaronder beter seksuele voorlichting op het gebied van grenzen en toestemming, betere opleidingen voor professionals, de zorg en politie. Daaropvolgend kunnen publiekscampagnes meer bewustzijn creëren.

De tweede vorm is dat werkgevers een actieve rol moeten spelen in preventie. Er bestaan genoeg workshopgevers die hen kunnen helpen blinde vlekken te signaleren in hun bedrijf. Tevens kunnen gedragsprotocollen, hoe kinderachtig ook, opgesteld worden waar iedereen zich op de werkvloer aan dient te houden. Preventie is uiteraard het ultieme doel in het bestrijden van seksueel overschrijdend gedrag, maar helemaal voorkomen kunnen we het niet. In het geval dat het gebeurt, zou de overheid ook moeten investeren in snelle en goede hulp voor slachtoffers. Het zal de meesten niet ontgaan zijn dat Jeroen Rietbergen in het verleden therapie heeft ondergaan voor zijn wangedrag.

Slachtoffers hebben helaas die luxe niet om meteen geholpen te worden na hun traumatische ervaringen en staan vaak maandenlang op een wachtlijst. Gelukkig bestaan er hulporganisatie zoals The Safe Space Club van Sara Alaoui-Dekker die bereid zijn slachtoffers te helpen. De overheid zou er goed aan doen om in zulke bedrijven te investeren. De middelen zijn er, nu is het aan de overheid om deze vicieuze cirkel te doorbreken. Hoe beter een samenleving reageert op slachtofferschap, hoe beschaafder de samenleving. 

Slachtoffer geworden? Dit kan je doen

Ben jij of ken jij iemand die slachtoffer is geworden van seksueel overschrijdend gedrag? Dan is het belangrijk om te weten dat je er niet alleen voor staat en dat er mogelijkheden zijn om hulp te zoeken ook als het lang geleden is gebeurd. Het is aangeraden om met iemand te praten die je vertrouwt. Indien je niet terecht kan bij je familie of vrienden, kan je contact opnemen met hulporganisaties zoals www.fier.nl, www.slachtofferhulp.nl, en https://centrumseksueelgeweld.nl/.

Hulpverleners staan klaar om je persoonlijk advies te geven over je situatie en de vervolgstappen. Verder is het met name belangrijk om aangifte te doen bij de politie indien je bent gechanteerd, geïntimideerd, en/of bedreigd. Tot slot, weet dat je niet verantwoordelijk bent voor hetgeen je is overkomen. 


Sarah Achahbar

Biografie
Sarah Achahbar is een Marokkaans-Nederlandse criminoloog. Sarah is momenteel werkzaam als trainee bij de Gemeente Rotterdam. Haar interessegebieden zijn gendergelijkheid, seksuele intimidatie en geweld, mentale gezondheid en diversiteit en inclusie. Naast haar werkzaamheden bij de gemeente, doet ze onderzoek naar online shaming en geeft ze voorlichting betreft preventie van shaming.

Meer artikelen lezen van Sarah? Kijk dan hier.

Sarah Achahbar


Share
Voor en door Meiden